Artikelen

Het toerwielrennen is eindelijk volwassen


Volkskrant,  27 april 2015 

Mannen kopiëren renners uit de Tour de France, zoals voetballende kinderen van zes zich Messi wanen.

Lees hier het gehele Artikel


 

Mart Smeets en de wielerjournalistiek

Het onderstaande artikel is verschenen in NRC Next en een verkorte versie ervan in NRC Handelsblad (Opinie), d.d. 11-4-2013

20130411_NRCnext_HM


Mart Smeets presenteert deze zomer weer de
Avondetappe. Hè?

Na de Tour de dopage van 1998 sprak de wielerjournalist Smeets, die toen al meer dan twintig jaar in de wielerwereld rondliep, de historische woorden: ‘Zijn wij niet allen schuldig?’ Het antwoord ligt al in de vraag besloten.

Smeets heeft kennelijk spijt van die woorden gekregen, want hij heeft de consequenties van zijn uitspraak nooit aanvaard. Het symbool van de Nederlandse wielerjournalistiek bleef ook na zijn schuldbekentenis weigeren aan zijn journalistieke plicht te voldoen. Dit ondanks de vele dopingaffaires waarmee de wielersport ook na 1998 te maken kreeg, zoals Operacion Puerto (2006), de Weense dopingaffaire (2009) en de Armstrong-affaire (2012). De publicatie van het Usada-rapport (najaar 2012) betekende vooral ook het demasqué van Mart Smeets.

Opvallend is dat de enige serieuze kritiek op de handelwijze van Smeets afkomstig is van niet-wielerjournalisten (Frits Abrahams, Max Pam…). De wielerjournalisten zelf zijn na het openbaar worden van het Usada-rapport massaal in de verdediging geschoten. Zij nemen geen afstand van de man die decennialang de wielerliefhebber relevante informatie heeft onthouden. Informatie die hem bekend was. Smeets gaat er immers prat op L’Équipe, Le Monde en The Sunday Times te lezen.

Hij kende de onthullingen van David Walsh over Lance Armstrong. Het is een gotspe dat jonge wielrenners, die om hun broodwinning veilig te stellen vaak gedwongen waren om hun toevlucht te nemen tot verboden middelen, worden geschorst of hun carrière moeten beëindigen, terwijl tekortschietende journalisten vrijuit gaan. Joris Luyendijk ziet het probleem van falende journalisten ook als hij schrijft in zijn boek Je hebt het niet van mij, maar… : ‘Politici moeten regelmatig opstappen, maar welke journalist moet ooit het veld ruimen?’ De wielerliefhebber hoopt op verandering, maar die verandering zal er op deze manier niet komen. Een paar dagen na zijn demasqué is de recidivist Smeets al weer vrolijk naar Parijs afgereisd om verslag te doen van de presentatie van de komende jubileumronde van Frankrijk. Bij de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix van dit jaar deed Smeets weer verslag alsof er niets aan de hand is. Hij laat zich regelmatig zien in allerlei kakelprogramma’s van vriendjes (die vaak op hun beurt al eerder in de Avondetappe te gast waren) waarin het gevallen icoon weer salonfähig gemaakt moet worden.

Smeets wentelt zich bij die gelegenheden in een slachtofferrol, getuige het feit dat hij bij herhaling zegt dat hij door wielrenners is bedrogen. Alsof een ervaren wielerjournalist het recht heeft naïef te zijn. Maar hij plengt krokodillentranen. Een sportjournalist die om oneigenlijke redenen (bv. de goede verstandhouding met de sporter) bewust nalaat om essentiële vragen te stellen of relevant nieuws te delen met zijn lezers, luisteraars of kijkers, dient een ander vak te kiezen. Maar Smeets zal niet vertrekken. Want hij zwelgt in de voortdurende aandacht voor zijn persoon. Zelfs van zijn ernstige miskleunen geniet hij schaamteloos, een bekende valkuil waarin mensen die te lang aan de top staan telkens weer vallen. Ze wanen zich onaantastbaar en verliezen het zicht op de realiteit.

Bij Smeets is de boodschapper allang belangrijker dan de boodschap. Mart Smeets verschijnt – los van zijn optredens qualitate qua – ongeveer twintig keer zo vaak op televisie als de meervoudig wereld- en olympisch kampioene wielrennen Marianne Vos. Er komt deze zomer weer een Avondetappe. Met Mart Smeets, want die weet zich gesteund door zijn kritiekloze vrienden uit de wielerjournalistiek en door andere mediavrienden, die maar al te graag bij hem aanschuiven. In juli zal Mart Smeets, met een glas rode wijn voor zijn neus, opnieuw met verve zijn rol spelen als de gezellige kasteelheer die hij altijd al had willen zijn. Hij zal de discussies leiden die het wielrennen weer aanzien moeten geven. De kijkcijfers zullen weer hoog zijn. En uiteindelijk is dat het waar het hem en de publieke omroep om gaat.

 

 


 

 

‘Boven aan de col dreef een blauwe walm en stonden partytenten’


Volkskrant 13 september 2012

Screen Shot 2014-10-03 at 1.56.59 PMNobel hoor, fietsen voor het goede doel. Maar moet het meteen een ‘spectaculaire’ tocht zijn die ‘heldenstatus’ belooft, vraagt Harmen Malderik zich af?

Lees hier het gehele Artikel