Korte verhalen

SCHAATSWEDUWE

 

De kinderen liggen al in bed. Terwijl ze kleren strijkt denkt ze aan haar levensgezel die rondjes schaatst op het natuurijs van de plaatselijke ijsclub.

Eindelijk, ze hoort hem thuiskomen. Hij komt de kamer in maar hij ziet haar niet. Hij loopt meteen door naar de televisie en zapt van het ene naar het andere weerbericht. De gesponsorde meteorologen zijn het wel erg met elkaar eens… Ze weet het. Het baantje van de ijsclub is hem nu al te klein.

Hij gaat op tijd naar bed want morgen moet hij vroeg op. Anderhalf uur in de auto om nog meer natuurijs te voelen. De ware stayer neemt geen genoegen met de nauwe begrenzingen van een met prikkeldraad omzoomd weiland.

Ook zij gaat naar bed. Ze kruipt tegen hem aan. Haar lichaamstemperatuur loopt nog harder op dan de buitentemperatuur daalt. Toch schiet de liefde er bij in. Tegen de E-koorts helpt geen liefkozing, helpt zelfs de warme kruik van haar lichaam niet.

Hij vertrekt al vroeg uit huis. Niet eens een vluchtige kus als afscheid. Ze kijkt hem na. Alsof hij voorgoed intrekt bij een nieuwe geliefde. Een ijskoude liefde. En zij blijft achter bij de warme kachel, met de kinderen. Die wilden vandaag met vader en moeder naar Ikea. Maar vader is een asociale hond. Gelukkig is er darten op teevee.

Ze hoopt dat het gaat dooien, dat de klimaatverandering doorzet, dat deze vorstperiode slechts een laatste oprisping is van Koning Winter, dat Bartlehiem in zee zal verdwijnen als eens Atlantis in de oceaan. Maar zover is het nog niet.

Want ook morgen zal hij weer de hele dag schaatsen. Over eindeloze meren en kanalen. En overmorgen. Hij houdt van afzien. Maar ook zij lijdt, zoals alleen een schaatsweduwe kan lijden. In stilte.

De stad heeft een overdekt zwembad. Morgen gaat ze zwemmen.

Harmen Malderik (December 2012)